Veelgestelde vragen
Wat zijn Incoterms, en wat betekenen ze?
Incoterms (International Commercial Terms) zijn standaardregels die door de Internationale Kamer van Koophandel (ICC) zijn vastgesteld. Ze worden wereldwijd gebruikt in internationale handelsovereenkomsten om duidelijkheid te scheppen over de verantwoordelijkheden van de koper en verkoper met betrekking tot het transport van goederen.
Belangrijke aspecten van Incoterms:
- Transportkosten: Wie betaalt welk deel van de transportkosten?
- Risico: Wanneer en waar gaat het risico van schade of verlies van de goederen over van verkoper naar koper?
- Douaneformaliteiten: Wie is verantwoordelijk voor het regelen van douanedocumenten, uitvoerrechten, en invoerrechten?
Voorbeelden van Incoterms:
- EXW (Ex Works): De verkoper stelt de goederen beschikbaar op hun eigen terrein; de koper draagt alle kosten en risico’s vanaf dat punt.
- FOB (Free on Board): De verkoper levert de goederen aan boord van een schip; de koper draagt de kosten en risico’s vanaf dat moment.
- DAP (Delivered at Place): De verkoper levert de goederen op een overeengekomen locatie; de koper is verantwoordelijk voor de invoerformaliteiten.
- CIF (Cost, Insurance, and Freight): De verkoper betaalt transport- en verzekeringskosten tot aan de haven van bestemming, maar het risico gaat over op de koper zodra de goederen aan boord van het schip zijn geladen.
Waarom zijn Incoterms belangrijk?
Ze verminderen misverstanden, juridische geschillen en onduidelijkheden door duidelijk te definiëren wie wat doet in elke fase van het transportproces.
De laatste versie, Incoterms 2020, wordt vaak gebruikt, maar partijen moeten expliciet aangeven welke versie ze hanteren.
Wat is een HS code?
HS-codes (Harmonized System-codes) zijn internationale classificatienummers die worden gebruikt om goederen te identificeren voor handel en douaneformaliteiten. Ze worden beheerd door de Wereld Douaneorganisatie (WDO) en vormen wereldwijd de basis voor invoertarieven en handelsstatistieken.
Belangrijke kenmerken van HS-codes:
-
Structuur: Een standaard HS-code bestaat uit 6 cijfers. Landen kunnen hier extra cijfers aan toevoegen om nationale of regionale specificaties weer te geven.
-
Hoofdstukken: De eerste 2 cijfers duiden de hoofdcategorie van het product aan.
-
Posities: De daaropvolgende 2 cijfers geven een verdere specificatie binnen die categorie.
-
Subposities: De laatste 2 cijfers verfijnen de indeling nog verder.
Toepassingen van HS-codes:
-
Bepalen van invoerrechten en belastingen
-
Verzamelen van handelsstatistieken
-
Toepassen van handelsverdragen en controle op naleving van regelgeving
Voordelen:
-
Zorgt voor eenduidige classificatie van goederen in internationale handel
-
Voorkomt misverstanden en versnelt douaneprocedures
Welke soorten containers zijn er in de intercontinentale zeevracht?
In de intercontinentale scheepvaart worden verschillende typen containers gebruikt, elk geschikt voor specifieke soorten lading. Hieronder een overzicht van de meest voorkomende:
-
20GP (Twenty-foot General Purpose) – 1 TEU
Standaardcontainer van 20 voet, goed voor ca. 33 m³ inhoud.
Binnenmaat: 5,90 x 2,35 x 2,39 meter (L x B x H) -
40GP (Forty-foot General Purpose) – 2 TEU
Dubbel zo lang als de 20GP en geschikt voor ca. 67 m³.
Binnenmaat: 12,02 x 2,35 x 2,39 meter -
40HC (Forty-foot High Cube) – 2 TEU
Zelfde lengte als de 40GP, maar hoger, met een inhoud van ca. 76 m³.
Binnenmaat: 12,02 x 2,35 x 2,69 meter -
Open Top container
Container zonder vast dak, bedoeld voor lading die te hoog is voor een standaard container. Ideaal voor bijvoorbeeld machines of constructiedelen. -
Reefer container
Geïsoleerde, temperatuurgecontroleerde container die kan koelen of vriezen. Beschikbaar in zowel 20- als 40-voets uitvoering.
Let op: De binnenmaten verschillen van droge containers door de isolatielaag. -
Flatrack
Container zonder zijwanden of dak, met alleen een vloer en eindwanden. Geschikt voor buitenmaatse ladingen zoals voertuigen, machines of staalconstructies.
Wat is het verschil tussen FCL en LCL?
Bij zeevracht zijn er twee veelgebruikte verzendmethodes, afhankelijk van de grootte van je zending:
-
FCL (Full Container Load)
Je huurt een volledige container voor je eigen goederen, ongeacht of je de container volledig benut. Dit is ideaal voor grote zendingen en biedt voordelen zoals minder risico op schade of vertraging. -
LCL (Less than Container Load)
Je deelt de container met zendingen van andere partijen (groupage). Deze optie is vaak voordeliger voor kleinere volumes, omdat je alleen betaalt voor de ruimte die je gebruikt.
Wat is het verschil tussen chargeable weight en werkelijk gewicht?
-
Werkelijk gewicht (actual weight):
Het fysieke gewicht van de zending, gemeten in kilogrammen. -
Chargeable weight (belastbaar gewicht):
Het gewicht waarop de verzendkosten worden gebaseerd. Dit is het hoogste van twee waarden: het werkelijke gewicht of het volumegewicht (berekend op basis van de afmetingen van de zending).
Bij lichte maar grote zendingen kan het volumegewicht hoger uitvallen dan het werkelijke gewicht — in dat geval wordt het volumegewicht als chargeable weight gehanteerd.
Wat mag er niet worden verzonden via luchtvracht?
Niet alle goederen zijn toegestaan in de luchtvracht. Sommige producten vormen een risico voor de veiligheid aan boord en zijn daarom verboden of alleen toegestaan onder strikte voorwaarden.
Voorbeelden van verboden of gereguleerde goederen:
-
Explosieven en munitie
-
Brandbare vloeistoffen en gassen (zoals benzine, aerosols)
-
Lithiumbatterijen (vooral beschadigde of grote accu’s)
-
Bijtende of giftige stoffen
-
Radioactieve materialen
-
Sterke magneten of apparaten die interferentie kunnen veroorzaken
Sommige van deze goederen mogen wel worden verzonden, maar alleen met speciale verpakking, labels en documentatie, volgens de IATA Dangerous Goods Regulations (DGR).